Belastingdienst geeft uitleg: studietrip of incentive?
De werkkostenregeling zorgt voor veel opschudding en roept ook weer 'oude' vragen op: Wanneer wordt een studietrip door de fiscus als studietrip gezien? Wanneer is het een incentive en wanneer een congresreis? En wat mag u zelf met de fiscus verrekenen van uw eigen bijdrage?
Om te voorkomen dat een studietrip als loon in natura aan u doorberekend wordt, is het zaak te voldoen aan de criteria die de fiscus aan het begrip studietrip verbindt. Opvallend: die criteria zijn niet scherp afgebakend, maar het is wel zaak dat u aan bepaalde voorwaarden voldoet om een studiereis ook daadwerkelijk als studiereis in uw administratie op te mogen nemen. Deze reizen met zakelijk en inhoudelijk karakter vallen immers buiten de nieuwe belastingwet. Sharon Bartels Persvoorlichter Belastingdienst legt uit:
Geen specifieke criteria
De Belastingdienst stelt geen specifieke criteria aan het fenomeen studiereizen en congressen. In het algemeen kan worden aangesloten bij het spraakgebruik. Daarbij geldt dat het bij congressen in het bijzonder gaat om evenementen die een kortstondig en voor deelnemers veelal vrijblijvend karakter dragen. Dit vrijblijvende karakter speelt eveneens een rol bij de beoordeling of er sprake is van een studiereis.
Zakelijk karakter
Als een congres of studiereis het zakelijk karakter ontbeert, zal van aftrek geen sprake kunnen zijn. Als daarentegen de uitgaven kunnen worden aangemerkt als zakelijke kosten, dan is er in de Wet inkomstenbelasting 2001 een aftrekbeperking opgenomen. Bij het bepalen van de winst komen tot een bedrag van € 4300 niet in aftrek kosten en lasten die verband houden met o.a. congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen en dergelijke. (Artikel 3.15 Wet IB 2001, tekst 2010). Een ondernemer kan ook kiezen voor een aftrek van 73,5% van de kosten die samenhangen met genoemde kosten.
Bovendien komen niet in aftrek de kosten en lasten als gevolg van reizen en verblijf die verband houden met congressen en studiereizen, voor zover deze meer bedragen dan € 1500. V.w.b. de reiskosten is een uitzondering gemaakt in art 3.16, lid 8. Deze zijn weer wel (volledig) aftrekbaar indien de aard van de werkzaamheden van de belastingplichtige het maken van deze reizen noodzakelijk maakt.
>> bekijk het EventBranche.nl Dossier over de nieuwe belastingwet